Wat is het principe van Remote Sensing?
Introductie
Met behulp van satellietbeelden is het mogelijk om vanuit de ruimte het aardoppervlak te verkennen en te monitoren. Tegenwoordig zijn er meerdere satellieten operationeel die op gedetailleerd niveau en met verschillende technieken het aardoppervlak scannen. In dit Publiek Private Samenwerkingsproject maken we gebruik van de Sentinel 1 en Sentinel-2 satelliet data. Beide satellieten bedekken heel Nederland en komen ongeveer wekelijks over, waardoor gedurende het jaar alle grasland percelen in Nederland kunnen worden gevolgd.
Doel
Het doel is om met de satelliet data de mate van kruidenrijkdom van alle graslanden in Nederland te schatten. Er zal worden onderzocht welke satellietdata en daaruit afgeleide indicatoren (bijvoorbeeld maaifrequentie) gebruikt kunnen worden om dat onderscheid te maken. Zo wordt er gekeken welke specifieke kenmerken van de graslanden kunnen worden waargenomen met de satellietdata, zoals biomassa, kleur, heterogeniteit, gebruiksintensiteit (maaien, begrazen), vegetatie-structuur, etc. Voorbeelden van enkele van deze indicatoren worden hieronder nader uitgelegd.
Sentinel-2
Sentinel-2 is een optische satelliet en beschikt over meerdere spectrale banden met een hoge ruimtelijke resolutie (10m). De satelliet kijkt, net als het menselijk oog, in het zichtbare deel van het Elektromagnetische spectrum (EM) naar het aardoppervlak. Dit zijn de zogenaamde rode, groene en blauwe banden (RGB). Hierdoor is het mogelijk om kleurenfoto’s te maken van het aardoppervlak. Zo zijn er bijvoorbeeld kleurvariaties tussen, maar ook binnen een perceel waarneembaar. Het is mogelijk om onderscheid te maken tussen intens groene graslanden (meestal graslanden met een hoge productiviteit en minder variatie in soorten) en minder groene graslanden (meestal graslanden met een natuurlijke functie die door de aanwezigheid van de vele kruiden en bloemen minder groen zijn). Figuur 1 toont de verhouding tussen de gemeten rode en groene reflecties. Bij intens groene graslanden is die verhouding laag. Naarmate de verhouding toeneemt, neemt de groenintensiteit af. De zwarte polygonen in de figuur zijn weidevogel reservaten. Het is goed te zien dat in die reservaten minder groene percelen voorkomen.
Figuur 1: De rood-groen ratio in de periode 1 maart – 1 juni van 2021 in Zuidwest Friesland. De zwarte polygonen zijn weidevogel reservaten.
Daarnaast kijkt de satelliet ook in andere delen van het EM-spectrum, zoals het Nabij InfraRood (NIR). Daarmee is het mogelijk om de groenindex af te leiden. De groenindex, ook wel bekend als de NDVI, is een indicator van de hoeveelheid groene biomassa (en is gerelateerd aan de fotosynthese activiteit in het blad). Voorbeelden van groenindex beelden van Nederland zijn te zien op de website Groenmonitor. Als gevolg van management (bemesting, maaien, grazen) vertonen graslanden een grote variatie in biomassa, zoals is te zien in onderstaand figuur 2. Deze figuur laat de groenindex zien in het voorjaar (eind maart) van 2021. Duidelijk zichtbaar is dat de graslanden in de weidevogel reservaten een lagere groenindex hebben. Andere bruine vlakken betreffen ook akkerbouwgebieden (brakke grond).
Figuur 2: De groenindex (NDVI) in het voorjaar (maart) van 2021 in Noordwest Friesland. De zwarte polygonen zijn weidevogel reservaten. Percelen met hoge NDVI waarden (zeer groene percelen) hebben al veel biomassa in het voorjaar. Percelen met een lage NDVI (bruine percelen) hebben nog weinig biomassa in het voorjaar.
Door meerdere NDVI opnames door het jaar/seizoen te verzamelen kan de verandering van de groenindex worden bekeken. Veranderingen door het jaar heen laten zien hoe de biomassa verloopt en wat de invloed is van weersomstandigheden (zoals droogte) en het graslandgebruik. Maaien van grasland is een belangrijke vorm van grasland-management, en heeft naast beweiding en bemesting grote invloed op de kruidenrijkdom en het type grasland dat voorkomt in een perceel. Met behulp van tijdseries van de groenindex kunnen maaimomenten worden afgeleid, waardoor per perceel een schatting kan worden gemaakt wanneer en hoe vaak een perceel wordt gemaaid. Zowel de eerste maaidatum als het aantal maaimomenten door het seizoen zijn een goede indicator voor de gebruiksintensiteit van een perceel. Voorbeelden daarvan zijn te zien in de onderstaande figuren 3 t/m 5.
Figuur 3: Datum eerste maaimoment grasland percelen in Zuidwest Friesland (2021). De zwarte polygonen geven weidevogel reservaten aan.
Figuur 4: Aantal maaimomenten grasland percelen in Friesland (2020). De zwarte polygonen geven weidevogel reservaten aan.
Sentinel-1 - Radar
Sentinel-1 is een radar satelliet, en zendt radar (RAdar Detection And Ranging) pulsen naar het aardoppervlak, en meet vervolgens de hoeveelheid radarstraling die door het aardoppervlak wordt teruggekaatst. De gemeten hoeveelheid gereflecteerde straling (backscatter) is een maat voor de ruwheid (of structuur) van het oppervlak en het vochtgehalte (in bodem en plant). Doordat deze satelliet op een compleet andere manier naar het aardoppervlak kijkt dan Sentinel-2 kunnen andere eigenschappen worden afgeleid, zoals structuur en vocht. Door net als bij Sentinel-2 gebruik te maken van meerdere opvolgende beelden kan vervolgens gekeken worden naar het verloop van de backscatter maar ook naar veranderingen tussen opeenvolgende beelden (coherence). Een voorbeeld daarvan is te zien in onderstaand figuur 5. Dit figuur laat de mate van verandering in structuur zien tussen opeenvolgende beelden in de weidevogel periode (1 April – 15 Juli). Grasland percelen die intensief gebruikt worden vertonen een grote mate van fluctuaties door maaien, bemesten en snelle grasgroei, terwijl extensief gebruikte graslanden weinig fluctuaties vertonen. Duidelijk zichtbaar is dat weidevogel reservaten weinig fluctuaties laten zien, aangezien deze in de weidevogel periode met rust worden gelaten.
Figuur 5: Aantal maaimomenten voor grasland percelen in het Westen van Provincie Friesland in 2020. De zwarte polygonen geven weidevogel reservaten aan.
Meer informatie over verschillende RS-technieken en toepassingen zijn te vinden bij STOWA en NSO.